Een aantal jaar geleden spotte ik voor de eerste en laatste keer in mijn leven de adder. Het was in Nationaal Park De Meinweg in Limburg. Tussen enkele heidestruiken zag ik een prachtexemplaar die door mijn aanwezigheid en het feit dat het lekker warm was snel vertrokken was.
Ik baalde als een stekker. Ik stond er maar verloren bij met mijn camera en een teleurstelling die waarschijnlijk van mijn gezicht af te scheppen was. Zeker toen ik de laatste bewegingen van de adder dieper de vegetatie in gadesloeg en het beest vervolgens in een fractie van een seconde volledig zag verdwijnen in de dichte begroeiing. Daar stond ik dan, 'mission failed'.
Die dag heb ik tevergeefs verder gezocht naar onze enige giftige inheemse slangensoort, maar het mocht niet baten. Gelukkig kon ik mijn humeur positief bijstellen met enkele foto's van een schitterende hazelworm. De natuur biedt zoveel moois dat zelfs de pijnlijkste momenten zijn te relativeren, maar toch: die adder is door de jaren heen altijd blijven knagen!
Binnen de natuurfotografie hobby volgt na teleurstelling vaak een nog grotere voldoening als mislukking kan worden omgezet in een ontmoeting die wel de gewenste plaatjes oplevert. Gisteren haalde ik mijn gram ergens op de Veluwe.
Het zag er even anders uit zo aan het begin van de middag. Er viel een fikse regenbui, de temperatuur zakte (wat natuurlijk de activiteit van adders niet bevordert) en ik dacht:''einde verhaal". Ik had op dat moment wel al een aantal migrerende padden en een fraaie kruisbek vastgelegd met de camera, maar die doelsoort ontbrak nog!
Toen ik aan het schuilen was onder een aantal naaldbomen raakte ik in gesprek met een voorbijganger: Jeroen Vorstman. Hij bleek hetzelfde doel voor ogen te hebben als dat ik had.
We besloten samen verder te zoeken en vonden maar liefst 4 adders! We troffen ze aan in een pracht van een biotoop, een klein struweel met veel jeneverbes struiken en open plekken die goed door de zon werden beschenen. Ideaal voor adders.
Adders laten zich vanaf april goed zien. De mannetjes gaan dan op zoek naar vrouwtjes en ook vindt de paring over het algemeen zo eind april plaats.
Wat een geweldige soort is het toch eigenlijk. Zo kenmerkend! Die verticale pupil, dat rode oog en dat schitterende doorlopende zigzagpatroon over het gehele lijf. Een slangensoort met gevoel voor abstracte kunst, werkelijk schitterend!
Wat er door me heen ging toen ik mijn eerste gelsaagde beelden op mijn LCD- schermpje van mijn canon aan het terugkijken was? Voldoening en vreugde, 'echt wel!' Wat een fijne hobby heb ik toch!
De adders trokken zich niet veel van onze aanwezigheid aan en waren prima te benaderen. Later bleken ze zo goed te benaderen dat zelfs de macrolensen uit de cameratassen gehaald konden worden. Uitraard bleef voorzichtigheid geboden, het blijven tenslotte giftige dieren! Het was een geweldige ervaring om zo uitgebreid het gedrag van de adders te kunnen bewonderen (of niet jeroen??). Ze bleken met name erg gevoelig voor wind. Bij elke windvlaag krulden de slangen volledig op.
Gisteren dus ook mooi afgerekend met het verleden wat adders betreft, want die knagende adder van De Meinweg kan ik nu eindelijk achter me laten, die is nu definitief verleden tijd!
 |
Adder (mannetje) - vipera berus |
 |
Adder (mannetje) - vipera berus |
 |
Adder (vrouwtje) - vipera berus |
 |
Adder (mannetje) - vipera berus |
 |
Adder (mannetje) - vipera berus |
 |
Adder (mannetje) - vipera berus |
 |
Adder (mannetje) - vipera berus |
 |
Adder (mannetje) - vipera berus |
 |
Migrerende padden - Bufo bufo |
 |
Kruisbek - loxia curvirostra |